Kannibaal schokt Hertals

HERTALS – Deze keer geen oehoe. En ook geen eland. Dinsdagavond werd ter hoogte van het clublokaal een heuse kannibaal gespot. Geen gewone kannibaal bovendien, maar een heuse seriekannibaal. De politiediensten verkeren in roodgloeidende staat van alarm.

24-05-2006

De directoraatsleden van de Vrijstaat Hertals – hun naam zij geprezen, Ok Wakhbar, waren dinsdagavond alweder in groten getale verzameld voor het moeizaam bestuur der Vrijstaat. Moeiteloos overwonnen zijn menige constitutionele crisis. Onverdroten verwerkten zij aan een loodzware agenda betreffende expedities, de bouw van hutten, het vervoer van wakken, de opluistering van kerstmarkten, immer virtuele bartbeques en de nationalisatie van bepaalde vliegtuigmaatschappijen.

Niet geremd door de vaste afwezigen zoals onttrekkingsreiziger Ambas, Klinkers, Quaestor en Dirjus; evenmin geremd door hardnekkige dorst en opdringerige laten in de vorm van provinciale voetbalbonsjes; deden zij hun plicht. Met de nodige zin voor onbenullige details, chaos en niet ter zake doende opmerkingen, bereikten zij al snel het belangrijkste agendapunt der avond: de pauze.

Dirvis bewees bij dat agendapunt andermaal zijn waarde door voor een feestelijk champignonbuffet te zorgen. Dirlog propte het zaakje zoals gewoonlijk in snelvaarttempo naar binnen. Meteen hoogtijd voor het zone 30-plan voor maaltijden. De andere directoraatsleden verwerkten de delicatesse in paddenstoelenvorm met waardigheid, stijl én smaakzin.

Andermaal bleek de oneindige goedhartigheid van Dirvis door ook voor doppositie een warm bord te voorzien. Om de vreselijke eenzaamheid van het Doperwtje te verlichten, bood Dirvis het eenzame erwtje een schoteltje vol soortgenoten aan, bij wijze van praatgroep. Kunnen wij de ontzetting ten herberge beschrijven toen bleek dat Doperwtje zich tegenover zijn soortgenoten outte als een seriemoordenaar? Met een scherpe vork spietste hij de ene soortgenoot na de andere. Woest en driftig scheppend bracht hij zijn arme gelijken naar zijn wraatzuchtige mond om ze –nog luid smakkend ook- door zijn slokdarm te knallen. Zelfs eetpiraat Dirlog moest qua vraatzucht in deze kannibaal zijn meerdere erkennen.

De gore en gruwelijke slachtpartij had gelukkig ook een voordeel. Het groenronde specimen hield, op wat smakgeluiden en luidruchtige landbouwers na, even zijn mond. Wat maakte dat de vergadering om klokslag middernacht, zoals de traditie het wil, werd afgesloten met een heilsdronk voor de Stadhouder.

Oh Wakhbar.

Dircom

Rouwbeklag voor de ter ziele gegane schattige ronde groente kunnen gestuurd worden naar de enige vriendin van de eenerwtige oppositie; mevrouw Marie Thumas.