Vrijstaat Hertals

http://www.hertals.be/lectuur/de-verrijzenis-van-klinker.shtml

De verrijzenis van Klinker

HERTALS - De Stadhouder zij geloofd en geprezen…! Ter hoogte van het ronde schenkblad deed zich dinsdagavond 29 september 2004 een mirakel voor.

HERTALS - De Stadhouder zij geloofd en geprezen…! Ter hoogte van het ronde schenkblad deed zich dinsdagavond 29 september 2004 een mirakel voor.

Door

Edoch, alvorens over het mirakel te berichten, toch even de eventuele ijdele hoop van sommige lichtgelovige fans de kop indrukken.

Als een klinkerslag bij heldere hemel…
Als niemand nog ‘aanneemt’ dat de vrijstatelijke avond alsnog een gunstige wending zal krijgen…
Als geen zinnig mens nog een aanbesteding zou doen voor een aangename vergaderavond…
Gebeurt het onmogelijke…

Het mirakel had geen betrekking op het doperwtje. Dat vervelend
stukje groente kwam naar slechte gewoonte alweder op een gevorderd uur het clublokaal binnengerold. Om daar -zoals te verwachten- te pogen een zogenaamd relevante opmerking aangaande het clubleven te maken. De aanwezige directoraatsleden, mild als zij steeds zijn, lachten zoals steeds minzaam, maar moeizaam. Om het erwtspecimen daarna aan de zorgen van een barmhartige vrouwelijke toogzitster over te laten en zelf over te gaan tot de verdere dagorde.

Om repetitief proza als het voorgaande in het vervolg te vermijden, daarom de volgende aanpassing van het Groene Bartje: Mirakels: onvoldoende medicijnen voor bekering van doperwten. Met mijn excuses aan de lichtgelovige fans. Zelfs in de Vrijstaat is de realiteit soms zo hard als een Klinker. Wat meteen een naadloze overgang is naar wat volgt…

Over dus naar het dinsdagavondmirakel.
We schrijven 22.15 u.
Droefenis heerst in de Vrijstaat.

De stadhouder is afwezig.
Dirjus is pleite.
De Ambassadeur verkeert in hogere sferen ter hoogte van een afstamming met de naam Himalaya.
De quaestor bakt elders een koekje
Dirlog is op jacht naar een eland met oehoe-ogen…

Nummer twaalf, naar goeie gewoonte veel te vroeg aan het schenkblad, wringt met een zware inspanning troosteloos een zoveelste alcoholische versnapering naar binnen.
Dirflits kruipt weg in een hoekje van het clublokaal, keuvelend met een laat.
Dirweb smeekt naar goede gewoonte vruchteloos om meer virtuele activiteit.
Dirvis bedient iedereen, behalve het directoraat.
Dirpol hult zich in sigarenrook en weet zelfs geen oninteressant historisch traktaat te verzinnen.
Dircom voelt de afwezigheid van de naamgenoot-stadhouder als een zware verantwoordelijkheid en wordt opgeëist door een ernstig debat over een virtuele rekening met een dirvisdienaar…

De sfeer is bedrukt.
De vrijstaat wankelt.

En dan…
Als een klinkerslag bij heldere hemel…
Als niemand nog ‘aanneemt’ dat de vrijstatelijke avond alsnog een gunstige wending zal krijgen…
Als geen zinnig mens nog een aanbesteding zou doen voor een aangename vergaderavond…
Gebeurt het onmogelijke…

Door het deurgat (gelukkig door een goede aannemer geplaatst, nvdr) maakt de verloren zoon van een familiebedrijf zijn blijde intrede. Met de –voor een metser met een kaderfunctie zeer intelligente– openingszin: “Geeft er ons ene”, bewijst de verrezene te zijn wie niemand durfde vermoeden: Klinkers.
Hemzelf.
Zijne aannemigheid in eigen persoon.
De wegenbouwer die eindelijk de weg naar de herberg vond (en waarschijnlijk meteen ook open gooide).

Meteen keert het mentale tij.

Nummer twaalf vindt een tweede adem.
Dirflits trapt de laat van zich af.
Dirweb hervindt zijn moed en geeft plots positieve feedback over de drukbezochte vrijstatelijke webstek.
Dirpol begint een brainstorm over de menu’s voor het vrijstatelijk weekend.
Dircom beschrijft meteen de potentiële kamerindeling voor het weekend Ardennen.
Dirvis ziet een nakend faillissement afgewend en verhoogt gezwind het debiet van de vrijstatelijke bierkanaal…

Meteen wordt het ontslag van de stadhouder aangekondigd en wordt geklonken (let op de woordspeling) op Klinkers. Eindelijk terug een constitutionele crisis! Er zijn nog zekerheden! Minstens voor een week! Meteen was bewezen dat werkelijk iedere dag een Vrijstatelijke Feestdag is.

Om toch niet in bijbelse overmoed te vervallen, besluit Dirvis na lang twijfelen om toch maar geen kalf te slachten voor de terugkeer van de verloren zoon. Temeer omdat het aanwezige kalf, betere bekend als het doperwtje, zelfs met topchampigons niet op smaak te krijgen valt.

Niet getreurd. Het vrijstatelijk Oh-Wakhbar blijkt met een holle maag behoorlijk te weergalmen.

Wanneer de verloren zoon later op de avond de vergadering weer verlaat, is het afscheid bijzonder hartelijk. "Tot in de Ardennen in november!" Alwaar op de agenda staat: het volgende mirakel. Misschien wel ooit de titel van een vrijstatelijke film: De terugkeer van klinkers, deel II

Oh Wakhbar!